Op zondag 22 april hield ik de eerste preek van mijn leven. In de Remonstrantse Kerk in Rotterdam werd die dag de dienst opgeluisterd door de twaalfde cantate van Bach. Een centrale zin uit die cantate was ‘Ich will sein Kreuz umfassen’. Bach baseerde zijn cantate op een stuk uit de eerste brief van Petrus, aan de vroegste christelijke gemeenschappen.

Maar wat betekent dat, het kruis willen omvatten? Hoe kun je zo’n zin verstaan?

Voor de vroege christelijke gemeenschappen uit de tijd van de brief van Petrus moet dat heel intens zijn geweest, want Jezus was toen nog geen 100 jaar eerder gevangengenomen en gekruisigd. Ik kon er maar weinig kanten mee op, zo op het eerste gezicht.

Toen ik in Barcelona oog in oog kwam te staan met een herontwerp van een ijstang en een foto tegenkwam van de jonge kunstenaar, Edu Barbeira-Mariño, begon ik anders tegen de centrale vraag aan te kijken. Als je die centrale zin omwerkt tot ‘Wat is eigenlijk mijn kruis, en wil en kan ik dat omvatten?’ ontstaan er heel direct allerlei mogelijkheden om na te denken over je eigen ervaringen, de mooie, de kwetsbare, de moeilijke en hoe je die om kunt zetten in kracht.

Vanuit kwetsbaarheid er zijn voor anderen. Daar hoef je niet voor te geloven. Je kunt er gewoon voor elkaar zijn. Voor christenen zijn cantates van Bach of teksten uit de bijbel daar inspiratiebronnen voor. Soms gebruiken ze daar andere taal voor, zoals bijvoorbeeld het samen omvatten van kruizen. Dat hoeft dus niet, maar kan dus wel. Waar het om gaat is het resultaat: samen bouwen aan een betere wereld waarin kwetsbaarheid mag bestaan en ook een bron van kracht kan zijn.