Toen ik in Afghanistan werkte, werkte ik veel samen met Zabi. Zabi is een jonge filmmaker. Voor UNESCO maakte hij verschillende documentaires en hij nam mij mee op een tocht door de provincie Bamyan, waar de grote Boeddha beelden tijdens de vorige Talibanperiode werden opgeblazen. Zabi is onlangs samen met zijn vrouw gevlucht. Zij zijn nu in Tadzjikistan, waar ze veilig zijn. Veel van zijn vrienden, familie en collega’s zijn dat niet. Vandaag viel Kandahar, de tweede stad van het land. De verwachting is dat ook spoedig Kaboel zal vallen.
Zabi vertelt openhartig over zijn vertrek, het geweld, de angst, de hoop en de dromen die hij heeft. Zijn verhaal doet hij in het Engels, ik vat het steeds samen. Zabi’s verhaal wordt afgewisseld met muziek: Jan Vayne’s ‘Hang on to a dream’, ‘Kabul’ gezongen door Dawood Zarkosh in het Perzisch en ‘Prayer for the refugee’ uitgevoerd door 97X Green Room.
Heftig hoor Jan. Dank aan Zabi en aan jou voor het (kunnen) delen van zijn verhaal. Heel veel sterkte voor Zabi, zijn familie, vrienden en collega’s.
Indrukwekkend. Bijzonder, dat iemand onder deze omstandigheden zo positief blijft.
Fijn, dat je een vertaling gaf, want zijn Engels was moeilijk te verstaan.
Zojuist geluisterd naar het verhaal van Zawi, geplaatst voor de val van Kabul. Vergeleken met de mensen die daar nog zijn, is hij er goed afgekomen. Toch is het verdrietig en beschamend om te horen hoe hij voelt en merkt dat hij ongewenst is. Zoals iedere vluchteling, zegt hij.
Nu Kabul gevallen is en er eindelijk ook mensen door de Nederlandse autoriteiten geëvacueerd mogen worden, m.i. te weinig en veel te laat, doet het pijn te weten dat deze mensen, na aanvankelijke opluchting buiten levensgevaar te zijn, hetzelfde zullen ervaren als Zabi. Zich ongewenst zullen voelen..
terwijl wij bidden voor de mensen die nog in Kabul zijn en proberen weg te komen, denk ik dat we ook stil moeten staan bij onze eigen verantwoordelijkheid die mens zijn in deze wereld met zich meebrengt.
Waarom accepteer ik dat we een demissionaire regering hebben die geen besluit durfde te nemen om genereus en tijdig zoveel mogelijk mensen op te halen. Nee, er moest eerst eindeloos gediscussieerd worden want stel dat er een oorlogsmisdadiger tussen zou zitten.
Alsof het geen misdaad tegen de menselijkheid is, mensen die, door hun ondersteuning aan Nederlanders op vredesmissie in Afghanistan, in levensgevaar zijn, niet te helpen.
En hoe moeten zij, die daar op vredesmissie waren zich voelen.
En niet te vergeten de nabestaanden van hen die het niet overleefd hebben.
Hoe kunnen wij, hoe kan ik iets aan dit alles doen.
Ja, ik geef aan vluchtelingenhulp, ik steek kaarsjes aan en bid voor de mensen daar en om inzicht voor de machthebbers.
Maar ook dat lijkt veel te weinig en te laat.